Hoe meet je een vloerverwarmingskabel?

Om de verwarmingskabel te meten, heb je een meter nodig met een functie voor het meten van de laagspanningsweerstand en een functie voor het meten van de isolatieweerstand.

1. In de eerste meting meten we de isolatieweerstand. Metingen van de isolatieweerstand worden uitgevoerd om de werkelijke toestand van de isolatie van de verwarmingskabel te testen. De minimale testspanning van de test is 500 V, de aanbevolen spanning is 1000 V. Om de meting uit te voeren, sluiten we de voedingsdraden aan die we onder één klem van de meter verbinden, onder de andere klem verbinden we de beschermingsgeleider. We voeren een meting uit die minimaal 60 seconden duurt. Het verkregen resultaat moet groter zijn dan 100 MΩ.
2. Bij de tweede meting voert u een laagspanningsmeting uit van de weerstand tussen de voedingsdraden. Om de meting uit te voeren, sluit u de klemmen van de meter aan onder de voedingsdraden. Noteer het resultaat in het installatieprotocol. Vergelijk vervolgens de gemeten waarde met de tabel in de installatiehandleiding van het product. De weerstandswaarden staan ook op het label dat op het product is geplakt. Als de waarden overeenkomen, betekent dit dat het product operationeel is en dat we het verwarmingssysteem kunnen starten.

Meting van de isolatieweerstand: 1. verwarmingsmat, 2 - 3. voedingsdraden, 4. beschermingsdraad

Meting van de weerstand tussen voedingsdraden: 1. verwarmingsmat, 2. beschermingsdraad, 3 - 4. voedingsdraden.

De metingen moeten drie keer worden uitgevoerd tijdens de installatie. Na het verwijderen van de kabel uit de doos, na het leggen van de kabel op de vloer en vóór het afplakken, en de derde keer na het leggen van de tegels en vóór het aansluiten van de thermostaat. De resultaten van alle drie de tests moeten worden ingevoerd in het installatieprotocol.